Proloog Hart van Glas

Met een schreeuw klemde ik mijn handen om het dak van de auto en tilde hem op. Zolang de auto op zijn kop lag kon ik niet bij papa komen, en ik moest bij papa komen. Ik moest hem redden. Mama en Iris waren al veilig. Nu papa nog.

Met een klap stuiterde de auto terug op zijn wielen. Sneeuw stoof omhoog, en er rolde een wiel in de richting van de boom die we hadden geraakt. In de verte klonken sirenes en was een blauwe gloed van dichterbij komende zwaailichten te zien. Mama zat op haar knieën in het besneeuwde gras voor het roze autostoeltje van Iris en probeerde haar wakker te krijgen, maar het lukte niet. Mama zag er heel raar uit met dat grote stuk glas in haar voorhoofd.

Ik rende naar papa’s kant, maar toen zag ik de vlammen. En de rook. Waar kwam al die zwarte rook opeens vandaan?

‘Mama!’ gilde ik. ‘Papa zit nog in de auto!’

Mama keek angstig op en keek besluiteloos van de auto naar Iris, en weer terug naar de auto.

In paniek rukte ik papa’s deur eruit. De rook prikte in mijn ogen en het stonk vreselijk, maar ik moest papa redden. De vlammen likten inmiddels brullend aan de stoel waarop ik vanavond nog had zitten ruziemaken met Iris. Het lawaai deed pijn aan mijn oren. En het ging zo snel…

‘Papa!’ riep ik. ‘Waar zit je vast? Ik maak je los!’

Ik kreeg geen antwoord. Achter me hoorde ik mama wanhopig huilend roepen: ‘Hestia! Nee! Ga weg daar! De auto kan elk moment ontploffen!’ Maar ik ging niet weg. Ik ging papa redden. Ik tilde het deel van de auto waar het stuur aan vastzat omhoog, zodat ik papa’s benen kon zien. Tenminste, dat dacht ik. Er was alleen maar bloed. Heel veel bloed. Waar waren zijn benen nou gebleven?

Op dat moment deed papa zijn ogen open. Hij glimlachte naar mij, maar meteen daarna zag hij de vlammen. ‘Hestia,’ zei hij zachtjes. ‘Hestia, ga hier weg. Snel!’

‘Nee, papa, ik kom je redden!’

Hij deed zijn ogen heel even dicht en zuchtte diep. ‘Je kunt mij niet meer redden, meisje.’

‘Maar als je hier blijft, ga je verbranden!’ Ik voelde tranen over mijn wangen rollen.

Met veel moeite tilde hij zijn hand op en streelde mijn gezicht. ‘Lief, sterk en dapper meisje van me, zorg alsjeblieft goed voor mama en Iris. Ik hou zo veel van jullie! Wil je dat tegen ze zeggen? Maar jij moet nu terug naar mama en ervoor zorgen dat jullie veilig zijn, begrijp je dat?’

Ik schudde mijn hoofd wild heen en weer. ‘Nee, niet zonder jou, papa!’

‘Hestia! Kom terug!’ hoorde ik mama roepen. ‘Kom terug!’

‘Je moet. Toe, alsjeblieft. Ga,’ fluisterde papa.

‘Nee, papa!’ Ik wilde hem meenemen, maar ik zag zijn benen niet, ik wilde…

‘Het is goed, meisje. Echt. Het is goed…’ En toen vielen zijn ogen dicht.

Het was helemaal niet goed! Radeloos keek ik om me heen en zag dat het vuur aan zijn stoel begonnen was. ‘Nee, papa! Ik had niet met die stomme pop moeten gooien! Ik had niet…’

Maar papa antwoordde niet meer en hield zijn ogen gesloten.

Plotseling voelde het alsof er iets zwaars op mijn schouders lag, en op mijn borst. Het probeerde me omlaag te duwen, naar de grond. ‘Papa…’ Mijn stem was schor van het schreeuwen en gillen en de rook die ik had ingeademd. ‘Het spijt me, papa. Ik hou van je. Ik zal je nooit vergeten.’ Meer dan fluisteren kon ik niet. Ik aaide hem voor de laatste keer over zijn wang, zoals ik iedere avond deed voordat ik naar bed ging.

Toen rende ik hard terug naar mama en pakte haar bij de hand. Ik greep met mijn andere hand het stoeltje met mijn slapende zusje en nam ze mee, verder weg van de brandende auto. Net op tijd, want plotseling klonk er een harde knal en was er geen auto meer. Alleen maar felgele en oranje vlammen.

‘Nee! Pieter!’ riep mama huilend, terwijl ze met een hand probeerde om Iris wakker te schudden. Ik kneep in mama’s hand, die ik nog steeds vasthield.

‘Ik kon papa niet redden, mama. Het was te laat. Het vuur…’ Er zat opeens iets in mijn keel waardoor ik niet meer kon praten en ik kon het niet wegslikken. Mama trok mijn hoofd stevig tegen zich aan, terwijl ik haar tranen op mijn haar voelde vallen. ‘Papa houdt van ons, mama. Dat moest ik van hem zeggen.’ Mama huilde nog harder, liet me los en zakte op de grond. Ze legde haar hoofd op Iris’ schoot en haar lichaam begon te schokken en te beven. Ze merkte niet eens dat haar kleren vies werden.

De brandweer en ambulance kwamen met gillende sirenes naar ons toe rijden. Met grote ogen zag ik dat een ambulancedokter Iris probeerde wakker te krijgen. De brandweer begon met grote stralen water en schuim het vuur te blussen. Maar voor papa zou het te laat zijn. Papa was dood en het was allemaal mijn schuld.

En toen begon ik zo hard te huilen, dat ik bijna geen adem meer kon halen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.