Van voedingscoach naar (tekst)schrijver

Het was 2014 en ik had mijn felbegeerde diploma als Orthomoleculair Voedingsdeskundige eindelijk op zak. Ik besloot een eigen praktijk aan huis te beginnen en met alle opgedane kennis anderen te helpen gezonder te eten. Dus bouwden we een deel van onze garage om en schreef ik me in bij de KvK. In januari 2015 stortte ik me vol goede moed op het werven van klanten, het maken van voedingsschema’s en was ik aanwezig op beurzen en andere bijeenkomsten die te maken hadden met voeding. Een jaar lang was ik bezig met promotie maken en uitzoeken waar je dingen als havermeel, amandelmelk en kokosolie kon kopen. Want dat was toen nog niet te koop bij de gewone supermarkt. Dat wil zeggen: niet waar ik woon, in Zuidoost Drenthe. Maar hoeveel moeite ik er ook instopte, ik kreeg mijn bedrijf niet van de grond. Was het te vroeg? Was de voeding te ‘raar’? Lag het aan mij? Een tijd van onzekerheid begon. Daarbij begon gezonde voeding een obsessie te worden. Ik raakte bijna in paniek als er E-nummers in mijn eten zaten, als ik geen groene smoothie als ontbijt dronk, als ik brood at (want: granen, dus gluten en darm-aanvallend) en als ik niet iedere dag minstens zes (!) vitaminepillen slikte. Je begrijpt: dit ging niet goed. Gelukkig heb ik een lieve en nuchtere man die op tijd aan de bel trok. In 2016 moest ik tegenover mezelf toegeven dat ik gefaald had. Dat ik geen voedingscoach in hart en nieren was en mezelf gek maakte met mijn obsessieve voedingsgedrag. Ik was toen zo’n vijftien kilo lichter dan nu, maar totaal niet happy.

Bananenbrood met blauwe bessen, amandelmeel en pecannoten. Lekker én gezond.

De praktijk sloot en pas toen ik het bordje van de gevel haalde, kreeg ik opeens een gevoel van vrijheid. Ik hoefde niet meer ’s avonds schema’s te maken. Ik hoefde mezelf niet meer als voorbeeld te stellen en zo slank mogelijk in die stoel te zitten. Opeens kon ik me richten op het schrijven van een verhaal dat al lang in mijn hoofd zat, maar waar ik nooit tijd voor had. En guess what? Het bleek de ultieme therapie voor mij. Schrijven is vertoeven in een andere wereld, of de gewone wereld bekijken door de ogen van een ander. Schrijven is avonturen beleven zonder de deur uit te hoeven, in mijn joggingbroek en totaal niet charmante maar o zo warme huissokken. Schrijven is ontspanning en een manier om mijn hoofd leeg te maken.

Voeding raakte daaraan ondergeschikt. Ik nam er de tijd niet meer voor. Een jaar lang kon het me geen bal schelen, want hé, ik deed eindelijk iets wat ik echt leuk vond! Toch voelde ik me er niet helemaal happy onder, want ik weet dat ik beter presteer als ik goed eet en regelmatig sport. Achteraf gezien heb ik dat jaar nodig gehad om mezelf te leren kennen. Om erachter te komen dat eten ook genieten is, en dat het gaat om de balans (zoals eigenlijk met alles). Met vallen en opstaan, dat wel. Want er waren tijden dat ik fanatiek sportte en gezond at en ook tijden dat ik neerslachtig was en alleen maar in mijn kloffie achter mijn laptop wilde zitten. Of zelfs dat nog niet eens.

Nu ben ik op een punt dat ik binnenkort opnieuw naar de KvK ga. Want ik ga me inschrijven als freelance tekstschrijver én ik start deze maand met een opleiding tot copywriter. Mijn schrijversdroom kwam al uit toen DVP besloot mijn boeken uit te geven, maar nu wil ik niets liever dan elke dag met tekst bezig zijn. Ik ga me focussen op dingen die ik leuk vind en dingen die me energie geven.

Happy me!

En die kennis over voeding is niet verdwenen, die zet ik echt wel in om me weer fitter te voelen. En anders kan ik er altijd nog een blog over schrijven 😉